Jong geleerd is oud gedaan
Op een zonovergoten dag in augustus mochten Sjors van der Kraan
(KlasseTaal) en ik de intromarkt van de Radboud Universiteit bezoeken. Deze studentenmarkt wordt elk jaar gehouden om de eerstejaarsstudenten welkom te heten op hun universiteit. De Bond tegen Vloeken hield daar een enquête over de visie op taalgebruik van deze jongeren. Dit leidde tot hele mooie gesprekken en interessante resultaten.
"...sommige dingen zijn te kwetsend om te zeggen. In die vrijheid zit ook meteen de verantwoordelijkheid om liefdevol en respectvol naar elkaar te zijn"
150 studenten namen deel aan onze enquête. Hier zaten internationale en Nederlandse studenten bij. Voor het verwerken van de resultaten heb ik deze groepen samengenomen. De volgende uitkomsten vielen hierin op.
80% van de studenten vindt dat woorden te ver kunnen gaan. Dit is niet verrassend. Wanneer we rondkijken in de maatschappij en politiek, zien we dit ook: een verharde cultuur. Jongeren zien dit ook en vinden dat de uitingen uit deze cultuur te ver kunnen gaan.
Dat wat je zegt ook invloed heeft op de omgeving, vinden de eerstejaarsstudenten ook. 76% van de studenten vindt dat taalgebruik invloed heeft op de omgeving. De sleutel om hieraan iets te doen lijkt dus ook dan al deels gevonden. Beter taalgebruik begint bij jezelf.
Letten op je taalgebruik wordt door studenten ook normaal gevonden. 92% is het hiermee eens. Het is dus niet zo raar om eens na te denken voor je iets zegt.
Alleen op jezelf letten is niet het enige wat je kunt doen volgens studenten. Andere mensen aanspreken op hun taalgebruik mag je zeker ook doen volgens de jongeren. 87% van de studenten vindt dat dat mag.
Opvallend is dat niet iedereen de jeugd van tegenwoordig te grof vindt. 70% heeft geen sterke mening hierover. Taalgebruik wordt ook overgedragen van ouderen op jongeren, dus dit kan hier zeker een verklaring voor zijn. 91% vindt ook dat je als volwassene een voorbeeld bent voor de jeugd om je heen. De lessen uit de enquête zijn dan ook dat het veranderen van taalgebruik begint bij jezelf en daarna bij de omgeving direct om je heen.
Op deze intromarkt hebben we meer gedaan dan alleen enquêtes afnemen; ook gingen we het gesprek aan met de studenten. Hierin was de open houding van studenten een leerpunt voor ons allemaal. Door niet gelijk in onze eigen hokjes weg te duiken, maar serieus ideeën te bevragen die misschien niet de onze zijn, kun je open met elkaar spreken.
Een student vroeg ons welke woorden wijzelf kwetsend vinden. Deze vraag laat ondertussen een prachtige intentie zien. Het vraagt naar wat de ander kan raken. Als antwoord vertelden we over hoe de naam van God iets voor ons en andere christenen is wat apart staat. De vraagsteller vond het moeilijk om te begrijpen hoe iets zo belangrijk voor je kan zijn, maar wilde graag luisteren naar ons verhaal. Hij snapte heel goed dat woorden die verwijzen naar ziektes kwetsend kunnen zijn en leed kunnen veroorzaken. In deze gesprekken bleek ook steeds weer dat studenten het belangrijk vinden om de vrijheid te hebben om te spreken. Deze vrijheid is ook een hoog goed. De andere kant bleek echter ook: sommige dingen zijn te kwetsend om te zeggen. In die vrijheid zit ook meteen de verantwoordelijkheid om liefdevol en respectvol naar elkaar te zijn.
Met een voldaan gevoel gingen Sjors en ik dan ook weer weg van deze intromarkt. Wanneer je oprecht elkaar mag vertellen wat belangrijk voor je is, zijn er goede gesprekken. Misschien moeten we dat in heel Nederland eens wat meer doen.
Matthias Bogerd is promotiemedewerker bij de Bond tegen Vloeken. Door met mensen in gesprek te gaan, prikkelt hij het taalbewustzijn en laat hij mensen nadenken over het gebruik van vloek- en scheldwoorden. Je komt hem tegen op beurzen, markten en evenementen.